Hugo Brutin · 1995
LINDA MOLLEMAN // Het is evident dat een rijk fantasieleven voor de kunstenaar een troef is. Het staat ten dienste van het verlangen. Het verlangen om te spelen, de dwanggedachte om schoonheid te creëren. Het is de beleving van perfectie die aan de grondslag ligt van dit gevoel voor schoonheid. De aanwezigheid van schoonheid doet mij opleven. Mijn kunstwerken zitten dan ook vol meerduidigheid, die geïnterpreteerd kan worden binnen een context die door het werk zelf wordt gecreëerd. Niet alleen het traumatische maar ook de speelsheid, de fantasievolle denkprocessen, de gedreven gedachte, een verfijnde gevoeligheid voor lijn en vorm weerspiegelen de binnen- en buitenkanten van de Sculpturen en Installaties.
Beeldende kunst, Linda Molleman, Oedelem, Beernem, Kunstenares, Sculpturen, Installaties, Kunst in de openbare ruimte, Art, Artist, Sculptures, Installations, Art in public space
16041
post-template-default,single,single-post,postid-16041,single-format-quote,bridge-core-3.0.6,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,, vertical_menu_transparency vertical_menu_transparency_on,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-29.3,qode-theme-bridge,wpb-js-composer js-comp-ver-6.10.0,vc_responsive

Hugo Brutin · 1995

Het tengere evenwicht van de vorm weerspiegelt eigenlijk het eigengereide van de gedachte

— Hugo Brutin · 1995
EIGENZINNIG EN VERRASSEND

 

Linda Molleman is ruim zes jaar bedrijvig op het vlak van de ruimtelijke beeld–taal. Zij is er in die betrekkelijke korte tijd in geslaagd een oeuvre uit/op te bouwen dat niet meteen in een vakje is onder te brengen omdat het zo eigenzinnig en zo verrassend is, zozeer door emotie wordt geïnspireerd en toch puur als ruimtelijk gegeven kan fungeren, refereert aan concept en toch een flinke dosis lyriek bezit, vaak imposant overkomt en toch bij nader toezien op een heel subtiel evenwicht stoelt. Het bezit evenzeer een sculpturale als ideële uitstraling.
Er is meestal een verhaal mee gemoeid en de keuze van de materialen is zowel toevallig als gewild hoewel wij van onze kant ongetwijfeld de bindijzers en de metalen zeven die herhaaldelijk in haar oeuvre voorkomen niet eens zouden hebben opgemerkt indien wij ermee geconfronteerd werden terwijl zij er meteen door getroffen werd en er een bestemming voor wist.
Metalen rasters om keien naar grootte te sorteren, ijzeren banden, Jacquardkaarten, platen van leisteen, keien, een ijzeren spiraal, buizen, het wordt allemaal opgenomen in een structuur die echter nauwelijks iets met assemblage te maken heeft. Niets eigenlijk.
Linda Molleman denkt sculpturaal, niet in een assemblage – sfeer; zij denkt ritmisch en niet anekdotisch; zij stapelt en ontwikkelt daarbij een sculpturale dynamiek waarin beeld en materiaal elkaar aanvullen, sublimeren en een labiel evenwicht doen ontstaan.
Zijzelf durft in dat verband wel eens de term ‘onevenwicht’ gebruiken, hoewel de spanning tussen de delen van het geheel, de verhouding tussen materialen die elkaar daarnet nog niet kenden meer doet denken aan een etherische manier van koorddansen, aan het speelse en tevens bezielde en bijna onbesuisde structuren van een bouwwerk dat veelal ook een concrete verwijzing naar een belevenis of emotie in zich bergt.
Zo zijn ook haar zware beelden lichtvoetig; zij incarneren heel even de idee van het zich verheffen in de ruimte; zij zijn een omgekeerde toren van Babel, een structuur die de tastbare gedaante van spanning heeft aangenomen, de spiraalvormige vleugel van een zware houten balk, een zeef die laat vallen en vasthoudt terzelfdertijd, het blad van een boom dat water opvangt zoals een hand, de ruimtelijke vorm van een woordspeling (melk-weg), meditatie omtrent het universele karakter van een taal zoals het brailleschrift en de inkepingen op een Jacquard-tapijtenkaart die het resultaat zijn van een algemeen aanvaarde afspraak.
Op boeiende en vaak ietwat intrigerende wijze geeft de kunstenares letterkijk-vorm aan een gedachte. Die eenheid tussen vorm en inhoud, tussen ruimtelijkheid en idee/concept komt bijvoorbeeld heel duidelijk tot uiting in haar werk dat de naam ‘Put van Babel ‘ kreeg: een stapeling van loden braillebladen en van kartonnen Jacquardkaarten met een holte in het midden, het negatief van een halve bol of van een gigantisch punt. Het bouwwerk op zichzelf frappeert door zijn eenvoudige vormgeving en geladenheid die te maken heeft met het gebruikte materiaal, met het repetitieve van het stapelen, met het contrast van de toren die een put blijkt te zijn. Voeg daar dan de gedachte aan toe, de antipode van de toren, het symbool van de spraakverwarring bekleed met de sjablonen van het universele converseren of mededelen van een boodschap
(braille) of een motief (jacquard). Die dualiteit, die dubbele geleding geldt voor de meeste van haar werken.
De sculpturen van Linda Molleman bieden op vormelijk vlak de lichte schok van iets fris en vernieuwends, wat op zichzelf al volstaat.
Het tengere evenwicht van de vorm weerspiegelt het eigengereide van de gedachte.

HUGO BRUTIN
1995